De Castra Praetoria

Op advies van Sejanus bouwde Tiberius tussen 21 en 21 een groot kampement voor leden van de pretoriaanse garde -de beschermers van de keizer, ingesteld door Augustus-, die tot die tijd in diverse stadsdelen hadden gebivakkeerd. Het grote kampement bevond zich buiten de Muur van Servius Tullius, tussen de huidige Via Nomentana en Via Tiburtina. Een deel is nog steeds zichtbaar, rechts van de Viale del Policlinico, ingebouwd in de Aureliaanse muur. Het kampement han een grote, rechthoekige ommuring van 440 bij 380 meter, in groene steen, iets minder dan 5 meter hoog en bovenaan versierd met afbeeldingen van veldslagen. In het midden van elke muur zaten vier poorten. Hiervandaan liepen twee elkaar kruisende wegen, zoals in legerkampen gebruikelijk is. Tegen de ommuring lag een aantal vertrekken met tongewelven. Langs de belangrijkste binnenwegen lagen de onderkomens van de pretorianen - een complex van gebouwen dat zich zijwaarts en in de lengte uitstrekte. In het midden stonden ook diverse gebouwen, zoals het hoofdkwartier (praetorium), de schatkamer (aurarium), de wapenkamer (armamentarium) en de pakhuizen (borrea). Vanaf het tijdperk van Silla konden alleen speciale eenheden in Italië gestationeerd worden, zoals de pretoriaanse garde zelf; daarom is de Castra Praetoria het enige in Italië te vinden voorbeeld van castrum, met eigenschappen die typerend zijn voor elk Romeins militair kampement. Bovendien is de hoogte van de muren buitengewoon goed bewaard gebleven.